In zijn passioneel gevangenisdrama Grosse Freiheit werpt Sebastien Meise een blik op een blinde vlek waarachter veel leed schuilt: paragraaf 175. Deze Duitse wet verwoestte levens door mannenliefde strafbaar te maken. ‘Wat mij opviel, is dat velen er zelfs vandaag nog niet over durven praten.’
In navolging van paragraaf 175, die seksuele relaties tussen mannen verbiedt, wordt Hans (Franz Rogowski) voortdurend gevangengenomen in het naoorlogse Duitsland. Na een initiële afkeer bouwt hij tijdens zijn celstraffen een passionele band op met een medegevangene, Viktor (Georg Friedrich). Grosse Freiheit capteert zo met duizelingwekkende finesse het lichtpunt dat mensen voor elkaar kunnen vormen in duistere tijden. ‘Wat zo gek is aan wetten zoals paragraaf 175 is dat ze in se het leven verbieden, want mensen kunnen niet ophouden te zijn wie ze zijn,’ scherpt regisseur Sebastian Meise aan.
Het passionele gevangenisdrama Grosse Freiheit is nog maar Meise’s tweede fictiefilm, dat tien jaar na zijn debuut Stilleben (2011) verschijnt. Toch is er al een rode draad door ‘s mans bescheiden oeuvre gespannen: de zoektocht naar waarheid. ‘Als je een verhaal vertelt, zoek je eigenlijk een tijdloze waarheid over hoe we met elkaar leven.’ Dat voert de regisseur naar het Oude Griekenland. ‘Als je vandaag een Griekse tragedie leest, ontroert die nog. Omdat het iets zegt over de menselijke soort en onze manier van leven. Het blijft even waar als toen.’
Een deel van de waarheid van zijn Grosse Freiheit schuilde in een hoekje van een Weens gay café. ‘Daar zitten altijd dezelfde oudere koppels. Ze zijn niet echt betrokken bij de jongere gay scene en niemand spreekt tegen hen. Ook wij hadden dat nooit eerder gedaan, maar op een dag gingen we naar hen toe en kwamen we te weten dat ze allemaal – direct of indirect – de rechtshandhaving in de jaren 1960 hadden moeten verduren.’
Als dossiers mensen worden
De zoektocht naar de waarheid begon echter niet in dat café. Meise leerde immers al lezend over dit wrange hoofdstuk uit de geschiedenis. ‘We snuisterden door veel gerechtelijke dossiers, maar wilden onszelf tegelijkertijd ook lostrekken van al dat archiefonderzoek en echt zoeken naar de mensen achter die papieren, naar zij die dit meegemaakt hebben.’
‘Wat het meeste indruk maakte, was hoe slachtoffers de staat niet beoordelen of beschuldigen.’
‘Wat mij opviel is de mate waarin paragraaf 175 hun levens zo zwaar beïnvloedde en het feit dat ze er alsnog niet over praatten.’ Meise denkt daarbij terug aan één specifiek koppel. ‘Dat was een erg ontroerend verhaal. Een man werd in de jaren 1960 gevangengenomen en zo’n tien jaar later vond hij zijn levenspartner. Ze bleven bij elkaar tot die laatste stierf. De man vertelde ons dat hij zijn partner nooit verteld heeft over wat hij meegemaakt had in die jaren voor ze elkaar ontmoet hadden.’
De personages van Hans en Viktor halen hun echtheid dan ook niet enkel uit de uitmuntende prestaties van Franz Rogowski en Georg Friedrich, vooral ook uit ‘de mix die ze zijn van alle verhalen die we hoorden’. Daarbij viel het Meise op dat alle slachtoffers niet enkel te kampen hadden met eenzelfde probleem, maar dat ze er ook op een erg gelijkaardig mee omgingen. ‘Wat het meeste indruk op mij maakte was hoe gemakkelijk ze het opnemen: ze beoordelen of beschuldigen de staat niet. Er schuilt geen woede in hen. Ondanks alles zijn ze er in geslaagd hun leven enigszins te leiden hoe ze wilden.’
‘Ik begrijp niet waarom paragraaf 175 niet in de geschiedenisboeken staat. Waarom leer je dit niet op school?’
Het valt op dat er weinig geweten was over hoe homoseksuele mannen geteisterd werden door paragraaf 175, een wet die ingevoerd werd in 1871 en door de nazi’s verder werd uitgebreid. Na de overwinning van de geallieerden op nazi-Duitsland werden de mannen die onder paragraaf 175 veroordeeld waren ook niet vrijgelaten, maar verplicht om hun straffen verder uit te zitten. ‘Tijdens de research waren we verbaasd door dimensie van paragraaf 175. Het legde een blind spot bij ons bloot. Het viel ons op dat ook de jongere generatie homoseksuele mannen hier niet van op de hoogte was en het ook voor hen een blinde vlek was. Ik begrijp niet waarom dit niet in de geschiedenisboeken opgenomen werd. Waarom leer je dit niet op school?’
Tussen vrijheid en restrictie
In Meise’s poëtica schuilt er een bescheidenheid die bangelijk kan lijken als je uitgaat van het idee dat een kunstenaar enkel in complete vrijheid kan creëren. ‘Filmmaken gaat voor mij ook over compromissen sluiten. Dat hoort bij het takenpakket van een regisseur: weten wat je mag, kan en niet kan. Niet enkel op financieel vlak, ook wat de eigen talenten betreft. Dat ontdekken is één van de grootste uitdagingen van een cineast.’
‘Ambiguïteit in films is voor mij essentieel. Er is niets ergers dan een film die op het einde zegt: kijk, dit is mijn boodschap.’
Het respecteren van restricties kan conformistisch lijken, maar het gaat Meise eerder om je artistieke kracht aanwakkeren door de beperkingen op te zoeken. ‘Anders is alles toch te onmetelijk, te zeer een braakland.’ Dat is geen nieuw idee, maar grijpt terug naar Dogma 95. ‘Lars von Trier is daar ook altijd naar op zoek. Het helpt je om niet verloren te raken en gefocust te blijven.’
In tegenstelling tot hoe hij zijn film vanuit begrenzingen benadert, gaat de dialoog tussen zijn film en het publiek helemaal de andere kant op. ‘Ik geloof oprecht dat je een toeschouwer ruimte moet geven in hoe hij of zij de film ervaart.’ Je zal Meise, ondanks de historische en politieke lading, op geen enkel moment betrappen op het bespelen van zijn publiek. ‘Ambiguïteit in films is voor mij essentieel. Er is niets ergers dan een film die op het einde zegt: kijk, dit is mijn boodschap.’
Filmmaken is schilderen
Door Grosse Freiheit bijna integraal in een voormalige GDR gevangenis te laten plaatsvinden, is de eerste grote restrictie van meet af aan zeer duidelijk: de locatie. ‘In het begin overlegden we met de set designer over de vraag of we misschien de cellen in een studio konden bouwen, maar al snel besliste ik dat dat niet mijn stijl is. Werken in een studio is zo… leeg. Werken op een echte locatie doet iets met je.’ Wanneer het gaat over de wisselwerking tussen werkelijkheid en fictie, vergelijkt Meise film met schilderkunst. ‘Je moet manoeuvreren tussen de realiteit van het maken van de film zelf en wat je zeggen wilt. Die aspecten beïnvloeden elkaar dan op hun beurt.’
‘We zouden ook meer buiten gefilmd kunnen hebben, maar dan bouw je één zo’n historische straat en je hele budget is weg. Wij hadden dan wel het probleem dat er overal duivenkak was.’
‘We zouden ook meer buiten gefilmd kunnen hebben, maar dan bouw je één zo’n historische straat en je hele budget is weg. Wij hadden dan wel het probleem dat er overal duivenkak was waardoor we alles moesten verven. (lacht) Uiteindelijk werd het toch bijna een echte set en hadden we niet langer het gevoel echt nog in een gevangenis te zijn. Hoe dan ook verplichtte de locatie het hele team wel om actief na te denken over gevangenschap. De begrenzing die de locatie ons oplegde was in die zin geweldig omdat het het verhaal ook hielp.’
De ontketening van het verlangen
Voor een film die zich bijna uitsluitend in een gevangenis afspeelt, kiest Meise voor intelligente ingrepen om te voorkomen dat noch het verhaal noch de personages onder de onderdrukkende penitentiaire structuur bezwijken. Zo maakt hij in de cellen plaats voor genegenheid en verlangen en weet hij door de knappe montage verleden, heden en toekomst feilloos op elkaar te laten inspelen. Paradoxaal genoeg lijken alle dagen in de gevangenis hetzelfde, maar ze tekenen Hans en Viktor onvermijdelijk. ‘Als je dit zelf meemaakt dan kan je volgens mij niet anders dan accepteren dat je een outsider bent en dat je daar op de één of andere manier mee moet leren omgaan.’ Meise voegt daar een belangrijke ‘maar’ aan toe. ‘Misschien word je daar op een dag dan trots op.’
De laatste scène van Grosse Freiheit is de scène waar het ‘outlaw’ zijn het meest tot zijn recht komt: het kan eerder cynisch gelezen worden als vrijheid die ontleerd kan worden of – vanuit een meer romantisch oogpunt – liefde en gemis die als ultieme beweegreden van het menselijke handelen. Over een andere, politieke dimensie verwondert Meise zich dat die vaak vergeten wordt. Die interpretatie is geënt op het idee: ‘Fuck this. Wie ben jij om mij te zeggen dat ik vrij ben?’
Dat idee voert Meise terug naar de darkroom scene van vandaag want ‘daarin komen elementen van oppressie terug. Kijk maar naar de tralies, politie uniformen, dark holes… Dat spel met symbolen van oppressie is een politiek statement.’ Hij linkt het aan de fetisjtheorie van Judith Butler. ‘Butler zegt dat een fetisj hebben soevereiniteit krijgen is over de onderdrukker. Dat zie je ook bij het woord ‘gay’. Dat was vroeger een belediging, maar toen eigenden homoseksuele mannen zich dat woord toe om de onderdrukkers te strikken in hun eigen systeem.’
Meise’s film is dan ook een ode aan al wie een spel maakt van buitenspel te staan, zij die een manier vinden om – ondanks de onderdrukking – alsnog te doen en laten wat ze willen. Als de regisseur tot slot gevraagd wordt wat “grootse vrijheid” voor hem betekent, neemt Meise dan ook de vrijheid om daar niet op te antwoorden. Is dat niet de beste definitie van vrijheid?
Grosse Freiheit speelt vanaf 16 februari 2022 in de Belgische bioscopen. In Nederland is de film vanaf 17 maart 2022 te zien in de zalen. Lees hier onze recensie van de film.
Je kan de film ook via Picl.be bekijken.
Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.