Eens was de stad de plek waar het gebeurde, tot een virus dat in een ander daglicht plaatste. Hoe verschillend ging het er op het witte doek aan toe! Daarom hebben we het in het tweede nummer van ons magazine over valse romantiek en veilige havens. Over skaten, The warriors, Eric Rohmer en romcoms die de seizoenen volgen. En we spraken met icoon Jim Jarmusch!
New York was altijd de biotoop geweest van Jim Jarmusch, Amerika’s meest notoire onafhankelijke filmmaker. Maar de laatste tijd hangt hij liever rond in de bergrijke, groene Catskills. ‘De stad is veranderd op een manier die ik minder inspirerend vind’, verzuchtte Jarmusch over de telefoon toen we hem uitgebreid spraken.
‘Steden waren altijd al toevluchtsoorden voor weirdo’s.’ Dat beweert dan weer Lucy Sante, befaamd chroniqueur van de metropool, verderop in ons tweede nummer. Haast zou je denken dat ze het over haar goede vriend Jim Jarmusch heeft. Sante kwam ter wereld in Verviers en zou met haar liefde voor de grootstad heerschappen als Martin Scorsese en Wes Anderson aansteken.
Reden genoeg om Scorsese’s Gangs of New York te herbekijken, de film waarvan de set meer dan eens bezocht werd door Sante. Het was lang niet de enige film die opnieuw werd bovengehaald in het kader van het tweede nummer. Ook Jacques Tati zijn Playtime bekeken we nog een keer, naast The third man, de Julien Schoenaerts-klassieker Meeuwen sterven in de haven, het in de toekomst gesitueerde District 9 en wat niet nog meer.
Voorts komen stand-insteden aan bod. Dat zijn steden die op het witte doek moeten doorgaan voor een andere stad - denk maar aan Toronto en Vancouver. Heimelijk transformeren ze in meer illustere plekken als New York, Chicago en Boston. Alleen aan de alerte kijker tonen ze hun ware aard.
Het is overigens aan klassiekers zoals The French connection en Scarface te danken dat we dat vuige en romantische beeld hebben van metropolen. Vandaag staan er filmmakers op die een nieuw elan geven aan dat beeld, denk maar aan de broertjes Safdie en hun Good time.
Dichter bij huis toonden films zoals Brussels by night en Any way the wind blows de stad én de nacht op een manier die jaren later nog steeds hartslagen de hoogte zou injagen. Seizoenen verenigen dat weer de stad en de natuur in een aantal romcoms, toch een heel ander type film. Waar komt dat fenomeen vandaan?
In het tweede nummer van ons magazine gaat het ook over de begindagen van filmen op locatie, over het samengaan van stedelijk en moreel verval - denk maar aan films als Taxi driver en Joker. Over Eric Rohmer, Woody Allen en de skatecultuur, die niet los te koppelen valt van de stad. Over rijdend de stad doorkruisen, zoals Adam Driver dat doet in Paterson. Over LA als wachtkamer van de fantasie - denk aan Mulholland Drive en Nightcrawler.
Tot slot spraken we ook met Vlaams filmmaker Bas Devos over zijn Violot, Ghost tropic en Hellhole. Als filmmaker woont en werkt hij in Brussel. Hij bedrukt hoe verhalen de kracht bezitten om de wereld te veranderen. Je loopt de wereld er immers niet zomaar vanzelf tegen het lijf.
Maar er zijn ook de terugkerende rubrieken, zoals De onvergetelijke bijrol, De klankband en De eindgeneriek.
Ontdek het allemaal zelf in ons tweede nummer. Pik een exemplaar op bij een van de vele verkooppunten. Of abonneer je en ontvang elk nieuw nummer gewoon thuis. Wie eerdere nummers miste, kan die ook nabestellen (zolang de voorraad strekt).
Werkten mee aan dit nummer: Kernredactie: Ruben Aerts, Johannes De Breuker, Emma Geets, Fien Meynendonckx Redacteurs: Alain Beerens, Katrijn Bekers, Robin Broos, Piet Goethals, Andreas Ilegems, Robin Kramer, Omar Larabi, Hanne Schelstraete, Ben Van Alboom, Dieter Vanden Bossche, Jimmy Van der Velde, Thomas Heerma van Voss en Christophe Verbiest. Illustratoren: Made by Moons, Studio Knets, Kaat Mondelaers, Brecht Vandenbroucke, Ellen Vanhoutte, Jan Willemse en womanov.