Gebroken jongeren zijn niet kapot, hun familiebanden zijn dat vaak wel. Met La mif, Frans jargon voor ‘de familie’, werpt Fred Baillif een blik in een opvangcentrum waar zeven jonge vrouwen nieuwe relaties leren opbouwen. Dat levert een intieme en bescheiden fictiefilm op, zowel in opzet als in resultaat.
‘Laat mij met rust!’ Het geduw en getrek van enkele kibbelende meisjes in de openingsmontage van La mif wordt vanuit verschillende standpunten gefilmd en getoond, als een voorbode voor al de botsende emoties en persoonlijkheden die Fred Baillif in zijn geëngageerde film opvoert. Doorheen verschillende hoofdstukken volgt de Zwitserse cineast Audrey, Novinha, Précieuse, Justine, Tamra, Alison, Caroline en uiteindelijk ook Lora, de directeur van het tehuis waar deze zeven meiden verblijven. Daar moeten ze leren om weer samen te leven voor ze de samenleving zelfstandig mogen betreden. Want daar wordt wel op gehamerd, op de tijdelijkheid van de situatie.
Bij familieliefde hoort ook kletterende ruzies, zo luid dat de cellosuites van Bach er als soundtrack overheen worden geplakt.
Dat levert een intiem en rauw portret op van opgroeiende vrouwen in het nauw: ze delen sigaretten in de zwemhokjes, discussiëren over het weekmenu en testen elkaars kennis over het mannelijke geslacht. Ze dragen zorg voor elkaar, zien elkaar graag. Même si, t’es chiante, je t’aime bien, zoals het echte zussen betaamt. Bij die liefde hoort ook kletterende ruzies, zo luid dat de cellosuites van Bach er als soundtrack overheen worden geplakt. Zo wordt het tehuis een microkosmos waarin de term ‘familie’ niet vanzelfsprekend is en nieuwe betekenissen genereert, een onafhankelijke staat van samenleven die plots toch onderhevig lijkt te zijn aan wetmatigheden van buitenaf.
Waarheid, durven of doen?
Er bestaat wel degelijk een wereld buiten het tehuis, alleen wordt die door hen paradoxaal genoeg als tijdelijk en niet-echt ervaren. Binnen in het tehuis en buiten rond het kampvuur ontstaat er vaak een rondje vérité ou action waarbij alle personages hun ervaring met die buitenwereld delen. Het geweld van thuis, de afwijzing van de migratiedienst of de herinneringen aan vroeger.
De afwisseling tussen de verschillende verhalen is ook een afwisseling tussen het herkenbare en het afgrijselijke. De angst om naar huis te keren, de absurditeit van de rol die ze daar moeten aannemen. Niet geheel toevallig verwijst de film expliciet naar het theater van het absurde. ‘Als de wereld buiten geen zin meer heeft, waarom zou het theater dat wel moeten hebben?’ legt een opvoeder aan de meisjes uit. Theater en thuis, twee werelden die vasthangen aan codes en interne afspraken.
Ook een familie – artificieel of niet – is gecodeerd, onderlinge relaties tussen de bewoners zijn dan geen liefde maar incest.
Ook een familie – artificieel of niet – is gecodeerd, onderlinge relaties tussen de bewoners zijn dan geen liefde maar incest. En door het leeftijdsverschil zelfs illegaal. Hierdoor komen de verhoudingen tussen de bewoners, de veiligheid van het tehuis en zelfs Lora’s job onder druk te staan. En daar wringt het schoentje als er een van de meerjarige meiden betrapt wordt met een minderjarige in bed. Wat nu?
‘Seksualiteit is geen misdrijf, maar een recht’, licht Lora als verdediging bij deze penibele situatie toe. Maar wat betekenen wederzijdse toestemming en verlangen als het minderjarigen betreft? Is dit kindermisbruik? Of is het vaginaal onderzoek dat op het voorval volgde dat? De situatie legt de machteloosheid van het tehuis bloot: de interne afwezigheid van hiërarchie in ‘de familie’ en de druk van externe wetmatigheden op de leeftijd van diezelfde familieleden. Stilaan brokkelen structuur en autoriteit van het tehuis af, moet men op zoek naar de basiswaarden van een thuis.
Dicht bij de kwetsbaarheid
Regisseur Baillif heeft naast een verleden als sociaal werker ook een achtergrond in documentaire. Dat voel je. In La mif houdt hij een docustijl aan die balanceert tussen fictie en authenticiteit. Maker én camera bevinden zich dicht bij het onderwerp en verhaal. Ook de keuze voor niet-professionele acteurs versterkt de feitelijke kant van de film. Zo staat Claudia Grob in het echte leven, net zoals haar personage Lora, aan het hoofd van een tehuis. Replieken als ‘Ben je dan verliefd als in bisou bisou?’ ontstonden in het natuurlijk spel van de film, waarbij er geen volledig uitgeschreven dialogen voorhanden waren. Dat geeft La mif iets heel intiems en kwetsbaars.
Regisseur Baillif houdt in La mif een reportage-stijl aan die balanceert tussen fictie en authenticiteit.
Die microkosmos van het tehuis is ondertussen voor de kijker redelijk vertrouwd. Dankzij Entre les murs, Short term 12 en de films van Ken Loach of les frères Dardenne, is jeugdhulp in film herkenbaar maar bijlange nog geen volledig ontgonnen terrein. ‘Denk je dat iemand kan veranderen?’ vraagt Novinha, waarop de begeleidster terugkaatst: ‘Heb je het over jezelf? Of over je moeder?’ Eigenlijk stelt regisseur Baillif deze vraag aan de kijker. Kan de maatschappij en de bijhorende structuren veranderen? Kan onze kijk op jeugdhulp veranderen?
Spanning tussen vrouwen onderling verandert in een spanning tussen vrouwen en ondersteunend personeel en uiteindelijk ook in een spanning tussen personage en kijker. ‘Waarom doen jullie dit werk eigenlijk?’ Het verwijt stelt een belangrijkere pijn aan de kaak. Hoe haalbaar is de kunstmatigheid van een familie? Hoe graag kan je iemand zien? ‘Wij zijn niet jullie ouders. We leven dicht bij jullie, we leven met jullie mee. Soms hebben we gevoelens als ouders. Maar we zijn ze niet.’ Het is de artificiële breuklijn van de relaties die niet altijd standhoudt. Het slotwoord is voor Lora. Ook zij krijgt de tijd om haar waarheid te vertellen. Blijkt dat we niet iedereen kunnen beschermen, blijkt dat ook beschermers feilbaar zijn.
La mif is vanaf 9 maart in de Belgische zalen te zien. In Nederland kan je Fred Baillifs vanaf 24 maart bekijken.
Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.