Mahamat-Saleh Haroun woont al veertig jaar in Frankrijk. Toch trekt de filmmaker uit Tsjaad voor Lingui terug naar zijn geboorteland om er misstanden aan te kaarten. ‘Ik voel me verantwoordelijk, ja. Ik moet deze verhalen vertellen om iets te veranderen.’
Samenhorigheid betekent iets anders voor mannen dan voor vrouwen. Dat maakt Mahamat-Saleh Haroun pijnlijk duidelijk in Lingui, les liens sacrés, zijn gebalde abortusdrama waarin hij scherpstelt op de scheuren binnen de patriarchale samenleving in zijn Afrikaanse geboorteland en op de ‘heilige banden’ die ze samenhoudt. ‘In Tsjaad heb je als oudste van de familie veel verantwoordelijkheden’, vertelt Haroun als hij in Brussel halt houdt na een drukke Oscar-promocampagne in de VS, die hem uiteindelijk net geen plek op de shortlist opleverde. ‘Je moet zorgen voor degenen die na je komen. Deze film maakte ik in die geest, alsof ik moest waken over jongere broers en zussen.’
Die broederlijke bezorgdheid verklaart meteen waarom Harouns typische geëngageerde ondertoon opnieuw aanwezig is in Lingui, waarin de cineast van Dry season (2006) en Un homme qui crie (2010) voor het eerst op vrouwen inzoomt. Zo vertelt de Frans-Tsjaadse filmmaker het schrijnende verhaal van Amina (Achouackh Abakar Souleymane), die de 15-jarige Maria (Rihane Khalil Alio) in haar eentje grootbrengt in een maatschappij die alleenstaande moeders uitspuwt. Als Maria dan na een verkachting ook nog eens zwanger blijkt en een abortus wil – wat in Tsjaad illegaal is – is de ellende compleet.
Jeugdtrauma
‘Enkele jaren geleden las ik een artikel over een jonge vrouw die haar baby vermoordde en bij het huisvuil legde’, zegt Haroun in zacht en bedachtzaam klinkend Engels. ‘Dat bericht legde de kiem voor deze film. Omdat het een jeugdtrauma opriep. Toen ik zes à acht was overhoorde ik immers een gesprek tussen mijn moeder en buurvrouw. Daarin leerde ik hoe een pasgeboren baby dood was gevonden in een latrine, zo’n plank met een gat dat op een beerput uitkomt. Dat beeld kreeg ik niet van mijn netvlies. Toen ik dat artikel decennia later onder ogen kreeg, begon ik me in zulke tragedies te verdiepen. Wat bleek? Dat gebeurt nu nog enorm vaak. Mannen kennen dat probleem niet. Zulke berichten gaan enkel rond tussen vrouwen.’
Hoe hij toch toegang kreeg tot die verhalen? Simpel. ‘Een huis in Tsjaad heeft vaak een plek vooraan waar de mannen zitten en een plek achteraan waar de vrouwen vertoeven. Ik ben verhuisd naar het achterhof en ik heb mijn focus daarheen verlegd om een ode aan deze vrouwen te maken. Om de tragedies te vertellen die zij doorstaan en die vaak enkel in die achtertuintjes de ronde doen.’ De radeloze vrouwen die hun baby’s vermoorden zijn volgens Haroun niet louter daders, ze zijn vooral ook slachtoffers van een samenleving die op hen neerkijkt. ‘Ik ben de enige actieve filmmaker in Tsjaad waardoor ik ook een soort woordvoerder ben geworden. Ik voel me verantwoordelijk, ja. Ik moet deze verhalen vertellen om hopelijk iets te veranderen.’
Pleidooi voor tederheid
Maar onder de tragedie van een dochter en haar verstoten moeder die na een verkrachting hulp zoeken voor een illegale vruchtafdrijving, gloort ook optimisme. ‘Abortus is misschien het onderwerp van de film’, benadrukt Haroun, ‘maar het is lang niet de echte kwestie van Lingui.’ Heel de film staat immers in het teken van hoe Amina en Maria hulp zoeken, en vaak ook krijgen. Wie de verkrachter is, blijkt lange tijd zelfs geen issue. ‘Ik wilde er zeker geen thriller van maken, geen hitchcockiaanse whodunnit. In plaats van de vader van het kind te onthullen, wilde ik vooral tederheid tonen. De tederheid die tussen moeder en dochter bestaat, tussen vrouwen die elkaar helpen.’
‘Ik zag me nooit als slachtoffer. Ik bleef worstelen. Wie opgroeit in zo’n vijandige omgeving, wordt vanzelf veerkrachtiger.’
De veerkracht die beide vrouwen siert, is er trouwens een die ook de protaganisten van Harouns andere films telkens weer op doet staan na een fikse tegenslag. Zoals de migranten uit de Centraal-Afrikaanse Republiek die in ‘s mans vorige film Une saison en France (2017) in Parijs een nieuw leven beginnen. Of een zoon en diens vaders moordenaar die in het fabelachtige Dry season hun leven weer proberen op te bouwen na de allesverwoestende burgeroorlog.
‘Mijn voorliefde voor veerkrachtige personages komt waarschijnlijk door de burgeroorlog in Tsjaad, waar ik toen zelf zware verwondingen opliep. Ik wist zelfs lang niet of ik ooit nog zou kunnen wandelen. Maar ik zag me nooit als slachtoffer. Ik bleef worstelen. Wie opgroeit in zo’n vijandige omgeving, wordt vanzelf veerkrachtiger. Wie wil overleven, moet wel. (denkt na) Al mijn personages zijn daarom overlevers. Ze zijn constant bezig hun verleden te ontvluchten – het achter zich te laten.’
Van lingui naar omerta
In Lingui betekent overleven: een vangnet hebben. In het geval van de quasi verketterde vrouwen Amina en Maria is dat vangnet van sociale aard. Daar verwijst de titel van Harouns film ook naar. “Lingui” is immers een soort van solidariteit, een band die ontstaat tussen mensen in dezelfde familie, buurt of gemeenschap. ‘In Tsjaad wordt gezegd dat wie dood gaat een simpele vraag voorgelegd krijgt’, legt hij uit. ‘Wat weet je over je buren? Als je daar niets op kan antwoorden, ben je een slechte mens en leidde je geen goed leven. Dat is eigenlijk het basisprincipe van “lingui”. Dat heilig verbond wilde ik tonen.’
‘Trek het lingui-concept door en je komt bij de maffia uit: ik ken jou, dus jij verklikt mij niet. Dat wil ik niet promoten.’
De goede buur in Haroun ziet wel dat er vandaag meer nood is aan “lingui”. ‘We missen vandaag echte verbinding! Dat merk ik overal, ook in mijn eigen straat. Er schuilt ook een morele kant aan: als je iemand kent en er af en toe mee praat, gaat die je fiets niet zo snel stelen. Als ie dat wel doet, is er echt sprake van verraad. Je schaadt iemands vertrouwen. Als je iemand enkel maar passeert, speelt die band niet of minder mee.’
Maar er kleeft ook iets ranzigs aan. ‘Trek het lingui-concept door en je komt bij de maffia uit: ik ken jou, dus jij verklikt mij niet. Dat wil ik natuurlijk niet promoten. In de film zie je dan ook dat vrouwen en mannen “lingui” anders invullen. Mannen roepen het in om meer macht te vergaren, vrouwen om te overleven. En gelukkig ook om een betere wereld te bouwen die er stilaan voor zorgt dat jonge vrouwen niet meer voor dezelfde problemen komen te staan als Maria en haar moeder.’
Lingui, les liens sacrés is vanaf 12 januari in de Belgische bioscopen te zien.
Je kan de film ook online via Picl.be bekijken.
Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.