In een tijdperk waarin nostalgie en troostend entertainment de plak zwaaien, gaat Guillermo del Toro (The shape of water) de andere richting uit. Met Nightmare alley hanteert hij de gitzwarte essentie van film noir. De venijnige gifslang die het leven en de menselijke ziel kunnen zijn, die moeten we volgens de maker soms gewoon frontaal aanstaren.
Femmes fatales, armzalige detectives met fedoras en lange regenjassen, messcherpe dialogen, zwierige voice-overs en een flinke dosis misdaad: de clichés van film noir zijn genoegzaam bekend. Clichés die te pas en te onpas boven worden gehaald als moderne filmmakers willen knipogen naar de Amerikaanse filmstroming die heer en meester was tijdens de jaren 1940 en 50.
Voor The shape of water-cineast Guillermo del Toro zijn ze bijzaak. Film noir is voor hem vooral een sentiment. Het is de duisternis die gepaard gaat met de Amerikaanse identiteit. De tragische poëzie die voortkomt uit desillusie, pessimisme, corruptie, paranoia en melancholie. De essentie van film noir dus.
Het grootste monster binnen film noir blijft weliswaar het noodlot.
Die essentie zet hij in als kloppend hart voor zijn nieuwste film Nightmare alley, een adaptatie van William Lindsay Grishams gelijknamige pulproman uit 1946. Het verhaal volgt Stanton Carlisle (Bradley Cooper), een aan lager wal geraakte man die opvang vindt bij een circus en er zich opwerkt met mooie en vooral manipulatieve woorden.
Het is de start van een veelbelovende carrière voor Stanton als helderziende. Een carrière die ontaardt in een spel van bedrog, zelfdeceptie, hebzucht en een neerwaartse spiraal waar hij niet kan aan ontsnappen.
Stanton is geen engeltje. Dat is al duidelijk vanaf de eerste scène, waarin hij zich ontdoet van een lichaam en een huis in lichterlaaie zet. Hij is iemand die een kerfstok met zich meezeult. Om te krijgen wat hij wil, deinst Stanton niet terug voor geweld of leugens. Misbruik maken van zwakkeren, daar vindt hij al evenmin graten in. Deze man heeft een monsterlijk kantje, zoveel is duidelijk.
Inherent pessimistisch
Als cinefiel weet de Mexicaanse filmmaker al te goed dat film noir het perfecte jasje is voor verhalen over menselijke monsters. Het grootste monster binnen het genre blijft weliswaar het noodlot. Film noir is inherent pessimistisch. Zowel de misdadiger als de lamme goedzak kunnen in het leven tegen de lamp lopen. Het maakt vaak niet uit of hij nu een strafblad heeft of net goed wil doen. Het leven is erop uit hen bikkelhard te tackelen. Met Nightmare alley buit de cineast dat ten volle uit om een verhaal te serveren dat bol staat van cynisme en als een wild beest richting de afgrond raast.
Bitterheid, morele ambiguïteit en het noodlot zijn dingen waar we liefst weg van blijven, maar de film noir toont dat het oké is om je even te verliezen in die duisternis.
In de film doet dat cynisme nog het meest denken aan het oeuvre van Fritz Lang, de Oostenrijkse filmmaker die in de jaren 1940 en 50 enkele van de meest donkere genrefilms ooit maakte. Vooral Scarlet street (1945) kan een mooie double bill met del Toro's film zijn. Het hoofdpersonage, gespeeld door Edward G. Robinson, wandelt er blind richting de afgrond. Beide films gaan zo de duisternis van de mens en het leven niet uit de weg.
Dat klinkt niet echt als een vrolijke kijkbeurt, en toch kunnen we het cynisme van film noir dezer dagen goed gebruiken. We leven nu immers in een tijd boordevol onzekerheden en angsten. De neerslachtigheid van het genre kan dan een vorm van escapisme bieden.
Bitterheid, morele ambiguïteit en het noodlot zijn dingen waar we liefst weg van blijven, maar films noir tonen dat het oké is om ons even te verliezen in die duisternis. Ze drukken je op het hart dat het allemaal nog veel erger kan, dat je niet alleen bent met donkere gedachten en gevoelens. Het leven valt nu eenmaal soms gewoon in duigen.
In ruil voor die reality check krijg je dan hardgekookte personages, waar je je kan aan optrekken, en stijlvolle, sexy films waarmee je je ogen de kost kan geven.
Menselijk verdorven
Nightmare alley houdt ons een gelijkaardige spiegel voor. Onder de stijlvolle, vaak wel wat te keurige vormgeving, schuilt een waarschuwing. Voor de gevolgen van onze kapitalistische honger naar meer, maar ook voor wat er kan gebeuren als we onze moraliteit aan de kant zetten en ons zomaar overgeven aan onze lelijkste impulsen en instincten.
Film noir gaat niet over wulpse vrouwen en schofterige speurneuzen. Wel over menselijkheid, die een synoniem kan zijn voor verdorvenheid en waar dat toe kan leiden. Dat heeft del Toro maar al te goed begrepen.
Met Nightmare alley vraagt hij je om de donkerte te omarmen en je te wagen aan grauwe werelden waarin het noodlot een aantrekkelijk jasje draagt en je op entertainende wijze duidelijk maakt dat we allemaal in dezelfde ‘shit’ zitten. Met een warm gevoel laat de film je niet achter. Maar misschien helpt het je wel te beseffen dat het allemaal nog veel erger kan. Dat de schaduwkant van het leven nu eenmaal onvermijdelijk is. Ook dat is een wijze les die cinema je kan bijbrengen.
'Nightmare alley' speelt vanaf 19 januari 2022 in de Belgische bioscopen en vanaf 27 januari 2022 in de Nederlandse bioscopen.
Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.