Een vis, een hond en een koe. Niet alleen mensen, maar ook dieren krijgen de hoofdrol in de cinema van Andrea Arnold. De Britse regisseur, die met Cow haar eerste documentaire uitbrengt, zoekt naar een symbiose die de soorten overstijgt.
Met Cow maakte Andrea Arnold een radicale film. Radicaal omdat ze, als een van de eerste, geen mens maar een dier de hoofdrol geeft en zo een gedateerd humanistisch wereldbeeld aan de kaak stelt. Geïntrigeerd door de steeds groeiende Britse veestapel volgt Arnold melkkoe Luma. Net zoals haar soortgenoten is Luma gedoemd bezit, gebruikt en geslacht te worden. Toch is ze ook, zo toont Arnold, een autonoom wezen dat meer zeggenschap verdient dan haar wordt gegund.
Hoewel Arnold nooit eerder een dier in de hoofdrol castte, is Cow niet haar eerste dierenfilm, laat staan haar eerste ecologische of geëngageerde film. Sinds het begin van haar carrière – in 1998 maakt ze met Milk haar eerste (kort)film – schenkt ze bijzondere aandacht aan dieren en aan de vaak verstoorde, maar soms ook symbiotische relatie tussen mens en dier. Van de hond uit Dog (2001), tot de vis uit Fish tank (2009) en de honden uit Wuthering Heights (2011): allen dragen ze op een substantiële manier bij aan films die hun succes op zijn minst gedeeltelijk te danken hebben aan hun rol.
Moedermelk
Sinds Milk, haar allereerste film, deconstrueert Arnold de artificiële grens tussen dier en mens. Ze zoekt naar de overlap daartussen, naar de mens die inherent ook altijd dier is en het dier dat altijd meer gemeen heeft met de mens dan die laatste durft toe te geven. Zo portretteert ze de pasbevallen moeder uit Milk als een door intuïtie gedreven melkkoe. Om het verlies van haar gestorven baby te verwerken trekt ze erop uit met een vreemde man, die in het slotakkoord de melk uit haar gezwollen borsten zuigt.
Minder ontregelend, maar minstens even confronterend is Arnolds doorbraakfilm Fish tank. Net als de dieren die in beeld verschijnen – een geketend paard, een hamster in een kooi, een vis in een aquarium – zit de vijftienjarige Mia (debutante Katie Jarvis) gevangen. Geboren en getogen in een armoedige suburb, zit ze vast in een leven dat haar maar weinig kansen biedt. Ze zoekt naar vrijheid, maar valt telkens opnieuw in de verkeerde handen – in slaande, kettingrokende en losse handen (Michael Fassbender is te zien in een weinig sympathieke bijrol). Met beelden van gekooide dieren levert Arnold kritiek op de groeiende ongelijkheid in het hedendaagse Londen.
Sinds haar debuut deconstrueert Arnold de artificiële grens tussen dier en mens.
Een soortgelijke kritiek klinkt in haar eigenzinnige adaptatie Wuthering Heights. De jonge Heathcliff (debutant James Howson) vindt maar moeilijk zijn draai in het gezin dat hem bij wijze van Christelijke liefdadigheid van straat plukte, maar hem daarna behandelt als een wild dier. Hij wordt met stokken geslagen, op de grond gegooid en uitgescholden. Bij de dieren op het erf vindt hij herkenning en rust, door hen te strelen en te knuffelen, maar ook door hen te pijnigen. Zo zet Arnold het symbolisme van de zusters Brontë, die het originele verhaal schreven, verder: niet alleen het ruige landschap, maar ook Heathcliffs omgang met dieren reflecteert zijn ruwe, masochistische karakter.
Dierlijk
Met Cow verandert Arnold het geweer van schouder: haar sociaal engagement blijft klinken, maar richt zich nu niet op de ongelijke klassenverhoudingen, maar op de minstens zo ongelijke verhouding tussen mens en dier. Een verhouding die, zo klaagt ze aan, gekenmerkt wordt door objectivering en machtsmisbruik. Door het dagelijkse, op het eerste gezicht weinig bijzondere leven van een koe in beeld te brengen stelt ze de vraag waarom de ene diersoort – die zichzelf ‘mens’ noemt – zich de macht toe-eigent over een andere diersoort.
In een essay in The Guardian, waarin de regisseur een inkijk geeft in haar motivatie om Cow te maken, roept ze op opnieuw in het reine te komen met onze dierlijke natuur. ‘We zijn de natuur. We zijn dierlijk’, schrijft ze. Eens we beseffen dat we als mensen ‘verbonden zijn met alle andere levensvormen’ zal onze zorg voor dieren groeien. Met Cow maakte Arnold een onomwonden ecologisch pamflet, dat een halt roept aan onze exploitatieve verlangens en oproept onze relatie met de natuur te herdenken.
Met Cow stelt Arnold de vraag waarom ene diersoort – die zichzelf ‘mens’ noemt – zich de macht toe-eigent over een andere diersoort.
Arnold koos daarbij niet voor the easy way out. Ze pretendeert nooit de innerlijke wereld van de koe te vangen en over te brengen — Luma’s uitputting, mentale onrust of kleine genotsmomentjes. Zo weigert ze wat zo veel filmmakers doen: empathie opwekken voor een dier door het te vermenselijken, door er allerlei menselijke eigenschappen op te projecteren. Zo’n strategie mag dan wel een nobel doel dienen — onze bij momenten beperkte empathie uitbreiden — maar kiest daarvoor de verkeerde middelen.
Met Cow schuwt Arnold zulke pretentieuze psychologisering. Ze neemt slechts waar hoe de koe door het leven gaat. Hoe ze eet, drinkt, wandelt, slaapt. Hoe ze bevalt maar meteen van haar kind gescheiden wordt. De melk in haar uitgezette uier is niet voor het kalfje, maar voor bij de cornflakes. Zoals de vreemdeling die in Arnolds debuutfilm de moedermelk van een pasbevallen vrouw drinkt, zuigt een machine de melk uit Luma’s uier. Van Milk tot Cow: steeds opnieuw zoekt Arnold het dier in de mens.
‘Cow’ is vanaf 30 november 2022 in de Belgische bioscopen te zien. In Nederland verscheen de film al op 6 oktober 2022. Op enkele uitzonderingen na is Arndols hele oeuvre te zien op Mubi.
Genoten van dit artikel? Neem een jaarabonnement op Humbug en ontvang elk kwartaal een oogstrelend magazine in je bus. Zo maak je meteen ook onafhankelijke filmjournalistiek mogelijk.