Hoe verdeel je als artiest de aandacht tussen werk en werkelijkheid? Die vraag staat centraal in twee films die tijdens IFFR te zien zijn: de ‘onconventionele’ Edvard Munch-biopic Munch en Kelly Reichardts doorleefde drama over een onzekere artieste, Showing up.
De 52e editie van het Internationale Filmfestival van Rotterdam opende met een conventionele onconventionele biopic, Munch. Henrik Martin Dahlsbakken begint zijn film met een paar korte shots die meteen de verschillende episodes uit Edvard Munchs kunstenaarsleven tonen waarop de Noorse regisseur zal inzoomen: vier locaties, vier verschillende beeldtalen, vier acteurs die Munch spelen en vier periodes dus. I’m not there, Todd Haynes’ onconventionele biopic over Bob Dylan uit 2007, is hierdoor nooit ver weg tijdens deze biografische film.
Met de vier verschillende bewerkingen verwijst Dahlsbakken mogelijk ook naar de verschillende iteraties van Munchs bekendste schilderij: De schreeuw. Daarmee komen we meteen aan bij het lastige in het benaderen van Munch: de iconografische zweem die over Munchs bekendste werk(en) hangt, doen soms vergeten hoe goed ze wel degelijk zijn. Een vloek waar ook Van Gogh weleens onder lijdt.
Jammer genoeg doet Dahlsbakken niets om ons te herinneren aan de kracht van de werken, laat staan om laten zien hoe ze tot stand zijn gekomen. Voor een film over een schilder wordt er schrikbarend weinig geschilderd, en komen de schilderijen van Munch — een rechtenkwestie vermoedelijk, al kan het ook een keuze zijn — weinig in beeld. Het is zelfs tot de laatste minuten wachten om een van zijn kunstwerken in zijn totaliteit te zien.
Voor een film over een schilder wordt er in Munch schrikbarend weinig geschilderd.
Wel is er veel aandacht voor het leven van de schilder, dat zich net zo makkelijk laat sensationaliseren als dat van Van Gogh. Ook deze biopic gaat niet voorbij zonder het gebruikelijke geluidloze geschreeuw, studentikoze discussies over kunst en drankzucht. De Edvard Munch in het zwart-witte Kopenhagen, waar hij een psychiater bezoekt die hem helpt met ‘het slachtofferschap van het genie’, drinkt zo gulzig van zijn bier dat het langs zijn mondhoeken naar beneden druipt — bijna alsof hij Jim Morrison in Oliver Stone’s The Doors (1991) onder tafel probeert te drinken.
Ook is er aandacht voor de liefde, en hoe je zoiets moet rijmen met een Groot Genie zijn. De oude Munch (een sterke performance van Anne Krigsvoll) zegt dat het een misdrijf was geweest als hij was getrouwd en kinderen had gekregen. De culminatie van de film, waarin het eindelijk lijkt alsof er iets wezenlijks wordt gezegd, biedt tegenwicht aan dat vermoeden: ook de meest gekwelde genieën kunnen niet zonder de warmte van andere mensen. Too little, too late.
Hoewel Munch aantrekkelijk gefilmd is en aan de oppervlakte een enigszins gedurfde biopic lijkt, wordt nergens duidelijk wat er nu zo oorspronkelijk was aan het leven en werk van Munch.
Leren vliegen
Showing up, de nieuwe film van IFFR-regular Kelly Reichardt, behandelt dezelfde vraag als Munch: hoe verdeel je de aandacht tussen werk en werkelijkheid? Maar waar Dahlsbakken met gezwollen antwoorden komt, behandelt Reichardt de vragen in wat je bijna een miniatuurtheater zou kunnen noemen. De film is een liefdevol portret van het kunstproces en hoe weinig dagelijkse schommelingen er uiteindelijk voor nodig zijn om dat uit balans te brengen. Geen warm water, een hongerige kat — het lijken behapbare zaken, maar voor kunstenaar Lizzie (Michelle Williams) is het voldoende om een dag verwaarloosbaar te maken. Als haar kat een duif aanvalt, neemt ze het herstel van de vogel noodgedwongen terwijl ze zich voorbereid op een expositie.
Het werk van Reichardt kun je gemakkelijk meditatief en menselijk noemen, maar het is bewonderenswaardig hoe dicht ze op de werkelijkheid kan komen.
Het werk van Reichardt kun je gemakkelijk meditatief en menselijk noemen, maar het is oprecht bewonderenswaardig hoe dicht ze in haar oeuvre op de werkelijkheid kan komen. Showing up is een korrelige en stoffige film, waarvan de dialogen doorgaans niet meer voorstellen dan mompelend gemor onder vrienden, collega’s en familie. Maar het vertelt een universeel verhaal over de push and pull tussen een professioneel en sociaal leven, dat voor veel kunstenaars ontzettend herkenbaar zal zijn.
In een aantal vignettes krijgen we ook het werkproces van Lizzie’s collega-kunstenaars mee — zoekende en zwoegende artiesten net als zijzelf, kunstenaars waarvan de film lijkt te suggereren dat hun werk niet per se hemeltergend is. Het soort personages dat je niet vaak tegenkomt. De regie van Reichardt zet ze allemaal invoelbaar neer, en telkens stelt ze de vraag: wat is er nu echt belangrijk, en waarvan heb je jezelf geleerd dat je het belangrijk moet vinden? Als de broer van Lizzie in een manische periode terechtkomt – waarvan kunst een katalysator lijkt te zijn – kan ze zich nog amper concentreren op het ontvangen van de bezoekers van haar expositie. Zelfs de aanwezigheid van een galeriehoudster uit New York vervaagt bij de zorgen die ze om haar familie heeft. Wat is er nu echt belangrijk?
Terwijl de duif tot vliegens toe wordt verzorgd, leert Lizzie weer op te komen voor waar ze in gelooft. Ook buiten haar werk om. Dat is niet alleen in haar familie, maar ook in zichzelf: het is niet toevallig dat het door Michelle Williams’ gespeelde personage zich het grootste gedeelte van de film in een duifgrijs sweatshirt hult.
Beide films werden getoond tijdens het Internationale Film Festival Rotterdam (IFFR) van 25 januari tot 5 februari 2023.
Showing up’ is 14 december in KaskCinema te zien, 20 en 23 december 2023 in De Cinema, 21 december in Cinema Ritcs en 28 december in Buda.
Lees je onze interviews, recensies en artikels graag? Waarom ons niet steunen voor €5, €10 of €25? Schrijf je hier in op onze wekelijkse nieuwsbrief.